In this brief essay I draw attention to the effects that momentous historical events – such as the Covid-19 pandemic, the Brexit referendum or the 9/11 attacks – can have on a film viewer’s interpretive horizon. How we interpret films that were shot long before the event can be altered rather abruptly with the onset of the event and we seem to see the film with different eyes.
The essay appeared in the Zeitschrift für Medienwissenschaft: Open Media Studies Blog:
Dreaming is allowed, isn’t it? Last week the results of the Democratic caucus in Iowa came in. Mayor Pete Buttigieg beat Bernie Sanders by a hair. Quite unexpectedly. America took the very first steps towards electing an openly gay president. I highly doubt it will actually happen. But I am allowed to dream, to think the unthinkable. Aren’t I? It would be some election: Boot-Edge-Edge beats Make America Great Again, although on Castro Street that slogan has already been dubbed into Make America Gay Again.
A recent experience made me aware once more of all things concerning facts, truth, politics, democracy, public space and the role of artists in reveiling their unstable relations. This happened to me when I attended a presentation in Utrecht on Forensic Architecture, organized by BAK: Base for Art, Knowledge and the Political. Forensic Architecture is a research agency based at Goldsmiths University of London and is regularly commissioned to reconstruct forensics in cases concerning crimes purportedly committed by governments. Multidisciplinary teams process overwhelming amounts of audio and video data into detailed reconstructions, which often betray the fallaciousness of government accounts.
Ze staan overal in de stad. In totaal zijn het er tachtig: De Meninas van Madrid. Het zijn levensgrote poppen in allerlei bonte kleuren. Soms zijn ze met graffiti, kindertekeningen of wolkjes versierd, dan weer met linten die zeggen ‘let op breekbaar!’. Overal zijn referenties te vinden naar andere kunstwerken, films, eten of mode. Zo is Star Wars vertegenwoordigd met een ‘Darth Vader Menina’, zie je een knipoog naar Andy Warhol bij een Menina met een colaflesje in haar hand of krijg je gezonde trek bij de ‘Fruit Menina’. Kortom, ze vormen een explosie van cultuuruitingen. Maar wat kunnen we ermee?
De kunstenaar achter het project is Antonio Azzato. Hij bedacht niet de bonte versieringen, maar de vorm van de pop. Als een soort wit canvas werd deze vervolgens aan talloze Spaanse kunstenaars, ontwerpers en andere beroemdheden voorgelegd om versierd en beklad te worden. Het ontwerp verwijst naar een van de bekendste schilderijen uit de Spaanse kunstgeschiedenis: Las Meninas (1656) (letterlijk ‘de dienstmeisjes’) van Diego Velzáquez. Op dit schilderij staat prinses Margaretha als jong meisje in het middelpunt. Haar blonde haren en lichte wijde jurk steken scherp af tegen de donkere achtergrond.
De grap is dat ze de aandacht afleidt van het eigenlijke onderwerp van het schilderij. Wie goed kijkt naar de schilder achter het grote canvas – Velázquez zelf – ontdekt dat zijn ogen op iets heel anders gericht zijn. De kleine spiegel op de achterwand geeft de aanwijzing. Daar is vaag een impressie van het koninklijk echtpaar op te zien. Deze puzzel draait alles om: het prinsesje is niet de geportretteerde maar de toeschouwer van het tafereel en de toeschouwer van het schilderij – wij zelf – staan op de plek van de geportretteerde koning en koningin.
Op het eerste gezicht lijkt het alsof Azzato slechts verwijst naar de karakteristieke omtrek van de jurken. Het beeld is qua vorm ontleend aan de houding van het prinsesje, maar de kleding en de volwassen lengte is van de twee dienstmeisjes. Zij krijgen ook door de titel van Azzato de centrale plaats in het kunstproject. Er is echter meer. Wat namelijk zo bijzonder is aan het schilderij van Velázquez is dat het de kijker fysiek bij het schilderij betrekt. De voorstelling suggereert immers dat de koning en koningin zich voor het daadwerkelijke schilderij bevinden – op de plek van de toeschouwer. De kijker staat dus midden in de voorstelling. Wie de Meninasbeelden in de straten van Madrid tegenkomt, begrijpt direct de overeenkomst. Ze zijn zo laag op een sokkel geplaatst dat ze zich tussen de mensen bevinden. Iedereen kan ze aanraken, tegen ze oplopen of omarmen en dat wordt dan ook constant gedaan. Enkel om diefstal te voorkomen zijn ze loodzwaar gemaakt, anders zou je ook nog eens letterlijk met ze weg kunnen lopen. Kortom, net als in het schilderij van Velázquez is de afstand tussen de toeschouwer en de voorstelling weggevallen. De kunstenaar heeft dit met opzet gedaan. Want, zoals hij in de krant El Païs schreef: ‘El Arte, hay que tocarlo!’. Oftewel: ‘Kunst moet je aanraken!’. Dit aanraken gebeurt niet alleen letterlijk, maar ook in de thematiek. Door de talloze herkenbare onderwerpen, staat de kunst ook in haar toegankelijkheid dicht bij de mensen.
Het Spaanse ‘tocar’ is echter niet alleen ‘aanraken’, maar ook ‘bespelen’ en ‘beroeren’. In die zin draait Azzato het hele schilderij van Velázquez om. Het kunstwerk hoeft ons niet te overtuigen dat wij er onderdeel van zijn, maar wij moeten de kunst bespelen! We moeten het onderdeel maken van onze wereld.
Dat lukt met de grote Velázquezpoppen uitstekend. Met een beetje verbeelding kun je ze mee uit winkelen nemen in Calle Serrano, met ze flaneren op het centrale plein Sol of een drankje met ze doen op een terrasje in Calle Argumosa. Uiteraard nemen we ze ook mee de digitale wereld in. Non-stop wil heel Madrid en haar bezoekers met hen op de foto. Dat is het leuke aan het Meninasproject: het is alsof de kunst rechtstreeks onze wereld in is komen lopen. Bij een hapering van de verbeelding, realiseer je echter weer dat het slechts beelden zijn. Ze staan stokstijf tussen al die honderden mensen op Plaza Mayor in. Ze kijken strak en zonder een spier te verrekken naar de duizenden auto’s die dagelijks langs Cibeles rijden en verschijnen als spoken op Instagram, zonder duidelijke identiteit. Wie de tijd neemt even over de beelden na te denken, belandt in een omdraaispel. Wij nemen hen mee in onze wereld, maar zij worden ons. Zo houden ze ons een spiegel voor. Wat wij en wat al die kunstenaars, ontwerpers en beroemdheden met ze doen: dat zijn wij.
Carmen van Bruggen is filosofie- en kunstdocent. Ze geeft lessen, rondleidingen en workshops in Madrid, onder andere voor de IE University. Van 20-24 augustus organiseert ze een zomercursus ‘kunst en filosofie’ in Madrid. Ga je mee? Klik hier voor meer info: https://veronicaeducation.com/nederlands/Toon alle berichten van Carmen van Bruggen
Het stuk The Fever van het theatergezelschap 600 HIGHWAYMEN – dat in tegenstelling tot wat de naam doet verwachten slechts bestaat uit het makersduo en echtpaar Michael Silverstone en Abigail Browde – heeft een gezellige aftrap. Continue reading “Groepsgevoel”
‘This is the world’s most precious commodity. We need to control as much of it as we can.’ Thus spoke Dominic Greene, the bad guy from Quantum of Solace, while taking in a performance of Tosca. He wasn’t talking about the opera, however, but about water and that’s as close as classical music and water ecology have ever gotten in the public imagination. Continue reading “Classical music meets Ecology: Hélène Grimaud’s new album Water”
“Arts in society” is a platform for inspiring and thought provoking contributions that aim to boost discussions on the societal functions of art in its manifold forms. It is hosted by staff, students, and alumni of the department of Arts, Culture, and Media and Art History at the University of Groningen in The Netherlands.
You must be logged in to post a comment.