Door Suzanne Rus
Het Groninger Museum en de opleiding Kunstgeschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen zijn in het najaar van 2014 een bijzonder talentontwikkelingsproject gestart. Hierbij wordt een pas afgestudeerde van de RUG in twee jaar klaargestoomd voor het vak van conservator. Deze postgraduate plaats, die financieel mogelijk is gemaakt door de Stichting Beringer Hazewinkel, sluit aan op de Master Conservatorenopleiding van de afdeling Kunstgeschiedenis van de RUG.
Voor pas afgestudeerden ontbreekt vaak een brug om vanuit de universitaire toe te treden tot de museale wereld. Daarnaast lopen pas afgestudeerde kunsthistorici bij het solliciteren regelmatig tegen het feit aan dat ze nog te weinig ervaring hebben om in een museum als (assistent) conservator een plek in te vullen. Een postgraduate functie als conservator in opleiding kan juist de kans bieden om ervaring op te doen in een museum. In het geval van het Groninger Museum is het de bedoeling dat de conservator in opleiding een bijdrage levert aan de ontwikkeling en innovatie van het museum en natuurlijk haar talenten verder kan ontplooien. Ook biedt deze functie meer kansen om aandacht te schenken aan de regionale kunst, zoals die van De Ploeg.
In november 2014 ben ik voor twee jaar aangesteld als conservator in opleiding bij het Groninger Museum. Nu, tweeënhalf jaar later, vertel ik graag iets over mijn ervaringen en de bijzondere momenten die ik heb meegemaakt.
De eerste acht maanden heb ik meegewerkt aan de tentoonstelling H.N. Werkman (1882-1945). Leven en Werk. Als assistent van de projectleider was ik onder andere verantwoordelijk voor de bruiklenen, het transport, meedenken over de inrichting en het coördineren van de opbouw. De periode daarna, ook acht maanden, werkte ik op de afdeling Collecties en mocht ik onder andere meewerken aan de tentoonstelling David Bowie Is. Een hele mooie ervaring, niet alleen vanwege de samenwerking met het Victoria & Albert Museum (Londen), maar ook om alle persoonlijke spullen van David Bowie in handen te mogen hebben. De laatste acht maanden zou ik begeleid worden door de directeur van het museum, Andreas Blühm. Bij het begin van mijn aanstelling was er gesproken over een regionale tentoonstelling die ik als projectleider mocht organiseren, maar tot mijn grote verbazing wilde Andreas Blühm mij graag als projectleider van de wintertentoonstelling 2016-2017: Rodin – Genius at Work. De tentoonstelling, een project van het Museum of Fine Arts in Montréal, in samenwerking met Musée Rodin in Parijs, was een rondreizende tentoonstelling. Het Groninger Museum zou de vierde en tevens laatste locatie worden. Als projectleider had ik niet alleen het contact met Montréal en Musée Rodin, maar was ik ook verantwoordelijk voor de bruiklenen, nam beslissingen over de inrichting, vormgeving, teksten, deed de redactie van de catalogus, regelde het transport en was voorzitter van de projectvergaderingen.
Het feit dat Rodin – Genius at Work een bestaande tentoonstelling was maakte het organiseren aan de ene kant gemakkelijker, maar betekende aan de andere kant niet dat alles probleemloos verliep. Niet alle objecten zouden meereizen naar Europa. De gaten die in de tentoonstelling zouden vallen, moesten opgevuld worden. Tevens wilde ik als projectleider ook iets toevoegen aan de tentoonstelling. Samen met Andreas Blühm, mijn begeleider voor dit project, besloten we iets bijzonders te doen. Voor het eerst in de geschiedenis wilden we verschillende versies van het beeld Het Bronzen Tijdperk samen brengen. Niet eenvoudig, aangezien de meeste musea in Europa hun beeld in de vaste collectie hebben staan. Aan het eind van de zomer wisten we dat er vier beelden zouden komen. Maar het vijfde beeld dat ik had aangevraagd, en misschien wel het meest bijzondere, was nog niet toegezegd. Dit beeld, in 1900 gegoten door de gieter Perzinka, had Rodin verkocht aan de arts Max Linde uit het Duitse Lübeck. Het beeld werd in de tuin geëxposeerd en door slecht weer kwamen de naden bloot te liggen. Linde was destijds ontsteld dat het beeld uit twee delen was opgebouwd en vroeg om een ander, intact exemplaar. Rodin ontsloeg daarop Perzinka en beloofde Max Linde een nieuw beeld te sturen. Het oude beeld van Max Linde werd gerestaureerd door Jean Limet en in 1902 geëxposeerd in Praag, waar het tegenwoordig wordt bewaard door de Galerie hlvaního města Prahy.
Aan mij de taak om dit specifieke beeld toch naar Groningen te krijgen. Na veelvuldig contact kregen we eindelijk de toezegging van de Galerie hlvaního města Prahy. Ik weet nog goed het moment dat de beelden een voor een werden uitgepakt en op de sokkel werden geplaatst. Heel bijzonder om de beelden eindelijk samen te zien!
Met de opening van de tentoonstelling Rodin – Genius at Work eindigde ook mijn periode als conservator in opleiding. Voor opvolging is inmiddels al gezorgd; Julia Dijkstra zal de komende twee jaar als conservator in opleiding bij het Groninger Museum werkzaam zijn. Tot nu toe is het Groninger Museum de enige plek in Nederland waar dit traject wordt aangeboden. Gelukkig zijn er verschillende musea in Nederland die hebben aangegeven ook een postgraduate plaats voor conservatoren in opleiding te willen creëren. Een zeer positieve ontwikkeling als je het mij vraagt!
Suzanne Rus (1990) studeerde kunstgeschiedenis aan de RUG in Groningen. Ze werkt in het Groninger Museum op de afdeling Collecties als registrar en is projectleider van de wintertentoonstelling 2018/19.
You must be logged in to post a comment.