De verweesde samenleving

Door Krina Huisman

Minister Schippers is het niet eens met het advies van de door haar ingestelde commissie-Schnabel. In februari dit jaar verscheen het rapport Voltooid leven waarin de commissie concludeert dat het onnodig en zelfs onwenselijk is de euthanasiewet te verruimen. De commissie was ingesteld om te onderzoeken of ‘gezonde’ mensen die aangeven uitzichtloos te lijden ook het recht zouden moeten krijgen op een euthanasieaanvraag. Het zou vooral gaan om ouderen die hun leven ‘voltooid’ achten en in hun laatste levensjaren gebukt gaan onder zware verliezen, existentiële twijfel of eenzaamheid. De commissie constateert echter dat het ‘waarschijnlijk’ om een te kleine groep mensen gaat en pleit liever voor een herwaardering van het ouderdom als levensfase dan een verruiming van de wet. In een recente brief aan de Tweede Kamer legt minister Schippers dit voorstel naast zich neer en schrijft dat mensen het recht hebben op een ‘waardig einde’ en daarom zelf moeten kunnen beslissen wanneer hun leven ‘voltooid’ is.

schippers

Nu bestaan er geen makkelijke antwoorden op moeilijke vraagstukken. Al helemaal niet wanneer de kwestie eerder om waarden dan om feiten draait (i.e. de plicht het leven te beschermen versus het respect voor autonomie, zie hier). Het is daarom niet mijn doel om een inhoudelijke bijdrage aan het debat te leveren, maar ik wil kort stilstaan bij een van de argumenten tegen het wetsvoorstel. Het betreft de angst dat ouderen onder druk een pil voor het voltooide leven zullen nemen omdat ze zich ‘te veel’ voelen voor de samenleving. Nienke Nieuwenhuizen, de voorzitter van de
vereniging van specialisten ouderengeneeskunde, verwoordt het als volgt: “Ik krijg van bijna iedere oudere die ik spreek de vraag wat het leven voor zin heeft. Ouderen horen dat ze duur zijn en op de kosten drukken, dat ze een last zijn. Welke boodschap geven we ouderen dan” (zie hier).

nieuwenhuizen

 

 

 

 

Dit is inderdaad de boodschap die (onbedoeld) gecommuniceerd wordt wanneer economische waarden centraal staan. Neem bijvoorbeeld de beschrijving van Healthy Ageing, één van de strategische onderzoekslijnen van de Rijksuniversiteit Groningen:

There are more and more elderly and they are making increasing demands on society. At the same time there are fewer people available to provide care or to contribute to building up pensions. This combination of demographic ageing and dejuvenation is putting our economy and society under pressure – a growing social problem across the entire Western world. Research into how people live longer in a healthy, happy and active way will contribute to resolving this problem” (zie hier).

Het uitgangspunt van de onderzoekslijn is dat vergrijzing onze economie onder druk zet. Een gezond en een gelukkig leven wordt niet alleen als oplossing aangedragen maar ook als norm gesteld. Iemand die ziek en lichamelijk of psychisch verzwakt is, voelt zich daarmee al snel tot last. Toch zijn er alternatieve uitgangspunten voor onderzoek te bedenken waarin andere waarden centraal staan. Elisabeth Kübler-Ross, een van de grondleggers van de hospicebeweging en auteur van de bestseller Lessen voor levenden, gaat er bijvoorbeeld van uit dat we van stervenden iets kunnen leren. In haar levensfilosofie draait het niet om ‘gezonde’ en ‘gelukkige’ mensen maar om ‘mooie’ mensen die door ziekte en lijden in het leven gevormd zijn:

The most beautiful people we have known are those who have known defeat, known suffering, known struggle, known loss, and have found their way out of the depths.”

In haar werk pleit Kübler-Ross daarom voor een herwaardering en n
iet een versnelling van het stervensmoment.kubler

 

 

 

 

Een kritische blik op de eigen vooronderstellingen is nooit misplaatst. Deze vooronderstellingen bepalen niet alleen onderzoekagenda’s zoals die van de RuG maar ook de onderliggende boodschap die naar ouderen wordt gecommuniceerd: zijn ze een last of juist een les voor de samenleving?

In het nadenken over moeilijke kwesties helpt het soms ook om de kwestie vanuit een ander perspectief te bekijken. In mijn onderzoek naar rouwromans, bijvoorbeeld, lees ik regelmatig over de consequenties van de dood voor nabestaanden. Of een ouder nu de honderd of de zestig haalt, met of zonder pil het leven verlaat, het zijn de kinderen die verweesd achterblijven en zich afvragen: ‘Heb ik wel genoeg gedaan?’ Dit zou nog wel eens een collectieve zorg kunnen worden wanneer de sterftecijfers door de vergrijzing sterk toenemen. Hoe bereiden wij ons eigenlijk voor op de verweesde samenleving? Hoe beïnvloedt het onze discussies over het levenseinde? Voor het verdriet, de leegte en het schuldgevoel van rouw bestaan immers geen pillen…

Krina Huisman doet promotieonderzoek bij Kunst, Cultuur en Media naar denkbeelden van rouw in de Nederlandstalige cultuur en literatuur van de afgelopen tien jaar.

Social Media Auto Publish Powered By : XYZScripts.com