Groepsgevoel

door Carmen van Bruggen

Het stuk The Fever van het theatergezelschap 600 HIGHWAYMEN – dat in tegenstelling tot wat de naam doet verwachten slechts bestaat uit het makersduo en echtpaar Michael Silverstone en Abigail Browde – heeft een gezellige aftrap. We zitten allemaal in een kring en weten dat het komende uur participatie van ons verwacht wordt. Daar worden mensen giechelig van. Als er een golvende beweging met de handen wordt ingezet waarvan iedereen doorheeft dat het de bedoeling is dat we die nadoen houdt het gegiechel aan. Ook ik doe mee en denk: Oh nee, is dit serieus? Helaas slaat de frivole stemming al snel om in ernst en sentiment.

Er wordt een verhaal verteld over een feest. Om en om worden mensen aangewezen die naar voren stappen om voor een moment een van de personages te zijn – degene die een cadeautje meenam, degene die geen cadeautje meenam, een grappenmaker – allemaal horen ze erbij. De enige die bij naam genoemd wordt is Mary-Ann. Zij staart na afloop van het feest nog even naar buiten en ziet daar een vreemdeling. Een paar mensen uit het publiek zijn vervolgens voor een paar seconden Mary-Ann. ‘Will you step forward, and put your hands like this?’

Het thema van ‘de ander’ ontvouwt zich snel. De vreemdeling wordt constant ‘them’ genoemd. De drie speciaal voor deze voorstelling gecaste acteurs – een oudere man, een zwarte man en een transgender – maken dat we gemakkelijk verschillende subgroepen voor het meervoudige en genderneutrale ‘them’ invullen. En uiteraard zijn er momenten waarop je ook jezelf als vreemdeling mag verbeelden.

De voorstelling loopt over in een reeks psychologische experimenten. De duidelijkste ervan is het vertrouwensexperiment waarbij een acteur opgevangen moet worden door het publiek. Wie neemt de verantwoordelijkheid? Steeds staat een andere persoon op om hem te vangen, maar het blijft maar geklungel. Als we vervolgens gezamenlijk de acteur optillen – een waar crowdsurfmoment – beelden we het verschil hiermee uit. Samen kunnen we veel meer dan alleen! (Wat een verrassing.)

Ik heb me tijdens het hele stuk al geërgerd en ongemakkelijk gevoeld. De boodschap is voor mij te zoet en te expliciet. Mijn ongemak groeit met de minuut door het sentiment dat gevoed wordt door emotionele vertelstemmen, meeslepende muziek en een oproep om na te denken over jezelf als baby. Ergens houd ik nog hoop dat er nog een soort twist komt die al deze zoetsappigheid in een ander licht zet maar het wordt alleen maar erger. Op het eind volgt zelfs nog een uitleg in het Nederlands die de laatste participant voorleest. Alsof ik nog niet doorhad dat we allemaal eens baby zijn geweest – of je nu zwart, wit, vrouw of transgender bent.

Na afloop van de voorstelling heerst een emotionele stemming. De vrouwen naast mij vallen elkaar in de armen en staan knus in een kring nog wat met elkaar te fluisteren. Mensen kijken geïnspireerd uit hun ogen en lachen vriendelijk naar elkaar. Het is net de Evangelische kerk. De opgebouwde stemming maakt dat kritiek ineens betekenisloos is geworden. Je hebt het ervaren of je hebt het niet ervaren en alles is oké. Ik vraag me af of ik nu misschien pas in de voorstelling terecht ben gekomen. In deze vrolijk-sentimentele ruimte voel ik me de buitenstaander.

Na de voorstelling drinken we nog een biertje op het Noorderzonterrein. Het heffen van het glas, het elkaar in de ogen kijken en zeggen van het woord ‘proost’ vind ik een mooi gebruik. Het is een duidelijke conventie waaraan iedereen zomaar mee kan doen en waarmee je het sociale samenzijn benadrukt en viert. Iets waarover de voorstelling van 600 HIGHWAYMEN heel moeilijk deed. Doe mij maar dat biertje samen.

Social Media Auto Publish Powered By : XYZScripts.com